Rode amaranth

Er staat nog verrassend veel te bloeien in de kloostertuin. Asters geven nu de meeste kleur. Een ideale najaarsplant die overal bovenuit in het oog springt. De scharlaken aster (de favoriet van de tuinbeheerder!) blijft stram in de houding maar de violette is wat slapper en waaiert alle kanten uit. Net zoals de witte najaarsmargriet. De herfsttijloos doet het dit jaar beter dan ooit en wat staan de cosmea’s nog lang te bloeien.

Veel planten zijn aan een tweede jeugd begonnen en bloeien alsof het voorjaar is. De plant die het langst bloeit is de amaranth. Zo rood van bloem en blad zijn weinig andere planten. Er staan er ook een paar in de moestuin. Daar horen ze eigenlijk ook thuis, want je kan het jonge blad van de gewone groene amaranth goed eten.

Vorig jaar hadden we de variëteit met hangende staarten in de kloostertuin; de kattenstaart-amaranth. Het blijft altijd een apart gezicht zo’n bloem naar de grond te zien groeien. De opgaande soort die er nu staat is minstens even mooi. Op voedzame grond worden ze rap een meter hoog. Als het goed is, zaaien ze zich zelf uit. Niet alleen mooi dus maar nog makkelijk ook.