Een duurzame toekomst

We moeten met z'n allen van het gas af, en meer energie opwekken met windmolens en zonneweides. De komende weken stellen gemeentes en provincies een concept op voor de Regionale Energie Strategieën, maar is er voldoende draagvlak? Ruimte wordt er gezocht, waar windmolens en zonneparken kunnen komen. Maar mag dit ook ruimte zijn op minder dan 600 meter van woningen, of in natuurgebieden? Dat is de vraag. Duurzaamheid, daar moeten we absoluut ja op zeggen, maar niet ten koste van de kwaliteit van leven van mens, dier of plant; het gaat om de toekomst van de aarde.

De energieregio's gaan de komende weken een concept Regionale Energie Strategie (RES) vaststellen. Hierin staan plannen voor hoe de energietransitie te realiseren. De energietransitie houdt bijvoorbeeld in: geen fossiele brandstoffen meer, zuiniger met energie zijn (van het gas af), en alternatieve energiebronnen (zonne- en windenergie, waterstof of aardwarmte, geen biogas!). In de RES zal dus onder andere gezocht moeten worden naar locaties voor windmolenparken en zonneweides. Hopelijk gaan de plannen zich niet beperken tot het aanwijzen of uitsluiten van gebieden, maar wordt er ook draagvlak gezocht bij natuurorganisaties, bedrijfsleven en bewoners. Dat ontbreekt nu nog grotendeels, maar voldoende draagvlak is essentieel, anders komt er niets terecht van de energietransitie.

Duidelijk zal zijn dat wat ons betreft windmolens en zonneparken ongewenst zijn in natuurgebieden. Natuur, landschap en biodiversiteit staan in ons land al onder druk. Een rapport van de Verenigde Naties stelt dat landen geen van de doelstellingen zullen halen die ze zichzelf 10 jaar geleden hebben gesteld om natuur te behouden en soortenrijkdom te redden. Denk in ons land bijvoorbeeld aan de plannen voor woningbouw in het Groene Hart.

Gelukkig gaat de Rijksoverheid zich ook weer bemoeien met de landelijke inrichting. Ze gaan een Nationale Omgevingsvisie opstellen om sturing te geven aan de inrichting van ons land. Dat is hoognodig, want er is sprake van verrommeling, gemeentes beconcurreren elkaar bijvoorbeeld met bedrijventerreinen. Goed dus dat er landelijke sturing komt, maar landelijke bemoeienis kan ook verkeerd uitpakken. De klimaatopgave en energietransitie hebben immers ook economische impact, en het risico bestaat dus dat zoals zo vaak de economie prioriteit krijgt boven natuur en landschap.

Groene energie moet, maar niet ten koste van woongenot of natuur en landschap. Er is een brede visie nodig voor een toekomst waarin gewenste ontwikkelingen in samenhang worden bekeken. Waar willen we woningbouw, waar zonneparken en windmolens, waar bedrijventerreinen? Keuzes maken, maar wel samen. Misschien iets voor een burgerparlement zoals onlangs in Frankrijk is opgestart? Hoe dan ook, een brede visie is wenselijk en hopelijk leidt die tot een duurzame toekomst en kan die rekenen op draagvlak onder bewoners, bedrijfsleven en natuurorganisaties. De huidige aanpak met de Regionale Energie Strategie geeft daar nog weinig garanties voor.

We moeten niet willen dat volgens een rapport van de Verenigde Naties miljoenen soorten dieren, planten, vogels en vissen met uitsterven worden bedreigd, omdat driekwart van het land op aarde ernstig is aangetast door activiteiten van de mens. De impact van de mens is de afgelopen 50 jaar catastrofaal geweest voor de natuur. Dus geen windmolens en zonnepanelen in natuurgebieden!

Namens het bestuur
Henk Verheij, voorzitter