Blauwe walstro

Hoe het blauw walstro in de kloostertuin terecht gekomen is, is een raadsel. Sommige planten komen gewoon aanwaaien. Het kan natuurlijk in een zaaisel van wilde akkerbloemen gezeten hebben. Het zaad is klein en kan zo meeliften.

Er zijn er nogal wat leden van de walstro-familie in het park. Je raakt ze nooit kwijt en je kunt niet om ze heen om het zo maar te zeggen. Buiten het blauwe walstro staat langs de slootjes moeraswalstro, op een enkele plaats tussen het lange gras het wit bloeiende glad walstro, in de kloostertuin het geel walstro en het geurige lievevrouwebedstro en tussen de struiken het irritante kleefkruid. Totaal zes leden van één familie; de familie van de sterbladigen. Toepasselijk, want de blaadjes staan in kransen langs de stengel. Van boven af gezien stervormig.

Blauw walstro is een vlak groeiend onopvallend plantje met roze-lila bloemetjes. Alles aan het plantje is klein. Vroeger maakte men uit de wortels een rode kleurstof. Een hardnekkige kleurstof die de botten van vogels en zoogdieren zelfs rood kleuren als ze van de plant gegeten hebben.